Ons streven is om de energiebehoefte dermate aan te sturen dat ze binnen de grenzen van een leefbare planeet passen.  In de gebouwde omgeving wordt ingezet op vergaande reductie van de warmtevraag door energiebesparing en sterke vermindering van aardgasgebruik via stimuleren en inpassen van CO2-arm opgewekte elektriciteit en warmte.

Een samenleving creëren waar geen eindige grondstofvoorraden worden uitgeput en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet in het systeem. We blijven hernieuwbare energie stimuleren door continuering van de succesvolle stimuleringsregeling duurzame energie (SDE+), ook na afloop van het Energieakkoord. Daarbij gaan we na of het mogelijk is om, met behoud van de SDE+-systematiek, de regeling te verbreden naar andere technieken die ook een bijdrage leveren aan CO2-reductie richting 2050.

Door landelijk lokale opslagsystemen neer te zetten kunnen zij als buurtbuffer functioneren en helpen het elektriciteitsnet te stabiliseren.

Wij zien ruimte als een kostbare voorraad waar we zuinig mee om moeten gaan. Veel ingrepen in de ruimte hebben gevolgen voor de langere termijn en beperken ontwikkelingsmogelijkheden in de toekomst. Een duurzame ruimtelijke ontwikkeling zou juist tot een betere benutting en meer kansen in de toekomst moeten leiden. Met name in het bestaande verstedelijkte gebieden liggen veel kansen om de ruimte efficiënter te benutten en tegelijk toekomstige ontwikkelingen kansen te bieden. In het landelijk gebied zal de nadruk eerder liggen op het behoud van natuur, landschap en open ruimte.

Zorgvuldig ruimtegebruik gaat verder dan alleen het fysieke grondgebruik zoals het maximaliseren van het gebruik per vierkante meter. Het gaat ook om het indirecte gebruik van de ruimte, bijvoorbeeld als gevolg van milieuzones of horizonvervuiling